nieuw-zeeland 2022
zuidereiland
het zuidereiland
Na de 4 uur durende overtocht van Wellington naar Picton kon het tweede deel van de reis beginnen. Gelijk een flinke rit om het lage licht nog mee te maken op Wharariki beach op het uiterste Noordoost puntje, met net zoals zoveel bestemmingen het laatste stuk via een gravel weg. Het strand is gigantisch groot, uitgestorven (ondenkbaar dat een dergelijk mooi strand zo rustig zou zijn in Europa rond zonsopkomst of ondergang) en zo mooi als de naam doet vermoeden.
Hierna daalde ik de indrukwekkende westkust af. Wel op tijd tanken hier, want het is dun bevolkt en lange stukken zonder benzinestations. De westkust is erg groen, ruig en oogt tropisch zoals ik me delen van Hawaaii voorstel. Ik heb wel een aantal keren kennis mogen maken met de oorzaak van al dat groen. De regenbuien kunnen verassend snel opkomen. Hoogtepunten hier waren de gelaagde “Pancake rocks”, mooie rivieren en verborgen stranden met mooie rotspunten.
Zuidelijker en meer het land in waren de enorme meren Wanaka en Hawea verbluffend mooi van kleur zelfs met bewolking.
De rit naar het beroemde Milford Sound met kegelvormige bergen was erg lang, maar ruim voor aankomst al de moeite over de Noorwegen achtige bergen met talloze stroompjes en flinke papegaaien. Het eindpunt, Milford Sound is beroemd met reden (zo mooi). Het enige nadeel was het terreur van de zandvliegen. Misschien lag het aan mijn fotolocatie aan de rand van het moeras.
Volgende stop; het meest zuidelijke punt van Nieuw Zeeland “Slope Point”. Het klopte wel met mijn beeld van zo’n plek. Kaal, ruig, heel veel wind en enkele zeehond op de rotsen. Gek genoeg ben je binnen een half uur in groene bossen vol varens en watervallen. Het land blijft verassen.
Met het even minder goede weer was het zoeken naar street-art in Dunedin een prima tijdbesteding. Wat een leuke stad ook met de relatief oude gebouwen.
De oostkust bood ook mogelijkheden om zeehonden te zien en, hoewel iets lastiger,… pinguïns! Bij mijn eerste poging speelde ik nog op safe door naar een beschermd strand te gaan (Albatross centre) waar iedere dag de kleine blauwe pinguïns aan het strand komen. Later heb ik deze zelfde soort nog de weg zien oversteken! Ook was ik zeer gelukkig om een veel grotere “Yellow eyed pinguïn” te zien die lang stond na te denken hoe hij een zeehond op zijn pad moest omzeilen. Dit schiereiland was één van de mooiste plekken die ik heb gezien op Nieuw Zeeland; vol met leven.
Niet ver hiervandaan waren de 60 miljoen jaar oude mysterieuze zwerfkeien “Moeraki Boulders”. Volgens een Maori legende zijn het versteende voedselmanden en waterkruiken van hun voorouders die overboord zijn gelagen op hun verre kano reizen.
Via een tweede kustplaats (Oamaru met een vervallen pier vol aalscholvers) ben ik weer landinwaarts gereden, door diverse landshappen, van steppe tot velden vol paarse Lupines, op naar het bergmassief!
De weg van Queenstown naar het dorp Glenorchy is 46 kilometer langs een prachtig meer, en als je op de pier van het dorp staat voel je je aan het eind van de wereld.
Mt. Cook, met de varen en de haast onvindbare Kiwi (vogel) het symbool van Nieuw Zeeland, had ik tot laat bewaard. Grillig weer op deze hoogte, maar zeer de moeite waard. Zeker de laatste dag die begon met een wandeling (of beter gezegd run, want ik was bang dat de lucht weer zou betrekken) naar een meer met ijsschotsen. Maar ik werd beloond met de Mount Cook verlicht door de oranje opkomende zon. De 4 dagen spierpijn van mijn slotklim die dag zorgde dat ik lang kon nagenieten van dit gebied.
Zo tegen het einde bleek er tijd over om nog eens terug te keren naar een favoriete plek. Dat werd de groene westkust! De attracties onderweg bij mijn oversteek waren bonus; een versteend landschap, gele bloemen heuvels en een beek door een grot, waar wel wat moeite voor nodig is om te bereiken, dus exclusief.
Ik ben erg blij met mijn keuze terug te keren naar die ruige westkust, ondanks alle keren dat ik een nat pak haalde (het is weer was soms wel een thema, maar enkel voor het plannen, en niet voor het plezier). Vooral omdat ik een mooi onopvallend uitzichtpunt ontdekte en eindelijk mijn gewenste strand kon bereiken met laag water.
Het zat er nu bijna op. Op naar Picton in het Noordoosten voor de boot terug naar het Noordereiland. Naast de wijnbouw was er nog een grote zeehonden kolonie te zien langs de kustweg. Aanvankelijk dacht dacht ik wel genoeg zeehonden te hebben gezien, maar het bleek een honderden meters lange crèche te zijn van pas geboren zeehondenpups. Wie kan dat nou weerstaan? Kortom; naar hartelust fotograferen weer..
Het was symbolisch voor de hele reis; een feest van nieuwe ontdekkingen in een ongekend veelzijdig land!